We zouden eigenlijk met Pasen naar Vlieland gaan kanoën, maar dat ging niet door vanwege de harde wind. Dan weet je als je op zee gaat varen. Het weer kan een bepalende factor zijn waardoor een tocht op zee niet door kan gaan. Dus nu werd het het weekend van 14 mei. We zouden verzamelen bij Roptazijl. Dit ligt een km of 7 boven Harlingen. Om 13.00 moesten we uiterlijk in de kano zitten om met stroom mee richting Vlieland te kanoën. Het is altijd de vraag “wat neem ik weer mee op een kanotocht met overnachting”? Een tent, kookgerei, een slaapzak, warme kleding en zo kan ik nog wel even doorgaan. Maar het moet wel allemaal passen in mijn kano. Walter en ik kunnen het dan wel over twee kano’s verdelen. Ik vind het weer altijd een kunst om het in mijn kano te krijgen.
We zaten uiteindelijk om 12.30 in de kano richting Vlieland. Deze tocht voeren we samen met Govert (zee-instructeur) en Michel die lid is van kanoclub de Biesbosch Bevers. Na 33 km gepeddeld te hebben met 3 bft en stroom mee kwamen we rond 16.30 in de haven bij Vlieland. Mooi om de Richel (is een zandplaat die ligt tussen Vlieland en Terschelling) gekanood. Het laatste stukje hadden we nog even stroom tegen naar de haven. Nog wel even goed voor de conditie.
In de haven van Vlieland kom je dan weer een andere groep kanoërs tegen die ook op camping Stortemelk gingen overnachten. De kanowereld is klein, want ik kende iedereen van die kanogroep. Na even gekletst te hebben moesten we nog lopen naar camping Stortemelk met onze kano. Ik was wat stijf van 4 uur zitten in mijn kano. Dus het was goed om even de benen te strekken.
Na een lange kanotocht denk ik dan “ik heb nog niet genoeg bewogen”, dus nog een stuk wandelen na het avondeten. Het was ook te koud om bij de tent te blijven zitten.
De volgende dag zouden we naar Terschelling heen en weer varen. Om de Engelschhoek heen naar de westkant van Terschelling. Onderweg kwamen we natuurlijk weer zeehondjes tegen. Op 1 meter achter mijn kano zag ik steeds kopjes omhoog komen. Dit is zo leuk! Dit is nu wildlife in Nederland. Op een gegeven moment zag ik al ver vooruit brekers van golven waar we door heen moesten kanoën. Dit kwam, omdat daar een zandplaat lag Ik zit dan altijd al meer oplettend in mijn kano. Ik zag Walter in een lage steun hangen, maar dit ging niet goed en Walter lag in het water. Toen ik weer in een lage steun hangend in de golven. Maar de brekers bleven maar komen. Ik hing niet genoeg in een lage steun en bij de volgende golf lag ik in de zee. Wat is dan belangrijk “peddel vasthouden en kano”. De peddel was geen probleem, maar kano vasthouden lukte niet echt meer, omdat de golven zo krachtig waren. Eerst wilde ik nog proberen te eskimoteren, maar dit lukte helaas ook niet. Dus dan maar onderwater uitstappen. Toen zag ik mijn kano weg drijven. Gelukkig waren we met zijn vieren, waardoor Michel mijn kano vast had en ik er door middel van een redding weer in mijn kano kon stappen. Walter kwam weer in zijn kano door een redding van Govert.
Koud en nat op weg naar Terschelling. Uit de kano gelijk omgekleed en droge kleding aangedaan. Op Terschelling op een terras weer na één jaar en een beker chocolademelk met appeltaart besteld.
Na deze calorieën en droge kleding kon ik er weer tegen aan en hadden we weer terug gepeddeld naar Vlieland langs de Richel.
Volgende dag en tevens laatste dag om 9.00 vertrokken uit de haven om weer om 13.00 te landen bij Roptazij. Met 4 bft goed te doen. Het getij kwam dit weekend mooi uit met tijden. Het was een leuk weekend waarin ik weer denk dat reddingen en eskimoteren noodzakelijk zijn om te blijven oefenen. Het voordeel van eskimoteren is dat je niet te lang in het water ligt en dat ik mij zelf dan weer kan redden. Het eerste zeeweekend van 2021 weer gehad en het was weer super!