Toertocht – Nieuwkoopse plassen januari 2022

Geplaatst op: 19 januari 2022

Op zoek naar een korte nieuwsjaarbreak tijdens een lock- down? Onvoorspelbaar weer, behalve dat het vaak koud en nat is? Een partner die een broertje-dood heeft aan kanovaren, terwijl ik daar juist schik in heb? Dat vraagt om meerdere compromissen; gelukkig houden we allebei van sauna, luieren en bier drinken (en van elkaar).

Dan kom je anno januari 2022 uit in het plaatsje Noorden, een klein lintdorp aan de noordoostzijde van de Nieuwkoopse plassen. Een gebied van 1400 hectare  ontstaan door veenafgraving in de turfindustrie vanaf de 16e eeuw. De plassen grofweg opgedeeld in de Zuid- en Noordeinderplas en wat kleinere plasjes, zijn onderling verbonden door allerlei smalle sloten en doorgangen. Wij zaten in Noorden aan de Noordplas pal aan het water. De plassen worden beheerd door Natuurmonumenten. Het gebied is niet overval toegankelijk om de flora en fauna te beschermen.

De plassen liggen centraal in het Groene Hart met het karakteristieke Hollandse polderlandschap met stukje land, sloot, stukje land, sloot etc, molens, sluisjes, schapen en koeien.

Aan de zuidzijde van de plassen loopt een meanderend riviertje de Meije. Geflankeerd door allerlei prachtige boerderijen en recreatiewoningen voor de happy- few kun je daar een paar kilometer steeds onder kleine bruggetjes door dit riviertje volgen.

Ik had me wat voorbereid op de tocht die ik wilde varen vanuit Noorden. Vanaf onze huisje met sauna volgde ik een meanderende sloot achter huizen langs richting de Noordeinderplas. Door rietkragen heen, lang treurwilgen en geregeld wat suffende eenden opschrikkend peddelde ik naar de grote plas, met globaal de kaart van de plas in mijn hoofd, die ik de avond daarvoor bestudeerd had. Altijd weer blijkt de werkelijkheid weerbarstiger dan een plattegrondje; where the fuck zat ik nu weer? Mijn garmin is bijna altijd betrouwbaar, maar werkt niet goed als het paneel nat is; en laat dat nou vaak gebeuren als je in een kano zit. Er zijn verschillende routes uitgezet voor elektroboot, fluisterboot en 2 kanoroutes vanuit verhuurbedrijven daar. Op de bonnefooi volgde ik de 1e kanoroute; dat bracht me door kaarsrechte sloten, dan weer grillig gevormde bochten en hoeken naar meer open water. Het waaide stevig, redelijke golfslag, tegen de in wind in was het best hard werken. Maar wat was het leuk! Wat maakt dat kanoën dan toch zo leuk? Is dit nu een zinvolle bezigheid, die de mensheid wat verder brengt? Krikt dit het Bruto Nationaal Product? Brent dit kanoën een inzicht dat een oplossing biedt voor de Covidcrisis? Het antwoord is drie keer ‘nee’.

Wat biedt het dan wel? Je voelt je lijf in alle vezels, de serotonine spuit uit de oren met zon, wind en water in je snoet, futen buitelen voor de boot langs, aalscholvers, reigers en eenden vliegen op en langs met veel kabaal. Het landschap is eeuwenlang een inspiratiebron geweest voor de Hollandse meesters met prachtige wolkenluchten, deinende rietkragen, dan weer kleine stukjes veenland afgewisseld met sloten en plassen. Het dagelijkse gepieker en cirkeldenken stopt, je ben helemaal in het moment, daar kan geen therapie of antidepressivum tegenop!

De kanoroute globaal volgend kwam ik in een doolhof van kleine slootjes bij een bordje  “alleen toegankelijk voor kano”. “Da’s voor mij bedoeld, dank u Lieve Heer…” dacht ik en met zo’n signaal slag ik vol goede moed  een smalle geul in, geflankeerd door rietkragen. De geul keek steeds maar zo’n 10-20 meter vet voor een bocht om. Ineens vlogen er vogels op vanuit de rietkragen, door mij geduid als snippen. Vervelend is dat die beesten niet eerst even voor de boot poseren of paraderen, een grondige ornithologische analyse kun je er niet op loslaten.

De sloot werd na de zoveelste bocht steeds smaller en waar ik een beetje voor vreesde, werd waarheid. De sloot liep dood! Dat was niet afgesproken. Voor keren was de sloot echt te smal en achteruit varend (dan doen toch alleen roeiers?) manoeuvreerde ik terug. Na wat bochten en een verrekte nek meende ik dan bij een breder stuk toch wel te kunnen keren. Dat bleek niet helemaal goed ingeschat en zat ik overdwars klem in de geul. Het serotonine- level daalde allengs, ineens voelde ik een niet te onderdrukken spierpijn opkomen. Na ettelijke minuten onhandig geklungel kwam ik uiteindelijk toch los en weer met de neus vooruit terug naar de hoofdgeul. Met de Meije in gedachte ging ik daarna voort , bordjes “alleen voor kano’s” verder negerend.

Ik kwam bij een soort sluisje; een paneel over de breedte van een sloot moest met manuele kracht een hefboom bediend worden. De zin ervan ontging me, want het was meer een soort paneel dan sluis, aan beide zijden van het paneel kon water ongehinderd passeren, dus een sluisfunctie kon het niet hebben. Er stond wel een bordje ‘engte van Herman’ (of zoiets) en warempel, daar kon een kano net passeren. Dus geen geleur aan een hendel, ik kon er langs. Ik kwam uiteindelijk op de Meije uit en van daaruit in de luwte van boerderijen pendelde ik fluitend door. Na zo’n dikke 3,5 uur kwam ik uiteindelijk weer bij ons tijdelijke stekkie aan! De sauna lonkte, de Tripel smaakte voortreffelijk en het bed lag daarna heerlijk zacht, ik zakte moe maar meer dan voldaan een diep coma… Goddelijk!

Nog effe praktisch:  er zijn grofweg 2 plekken van waar je kan starten: vanuit Noorden en  Nieuwkoop. Vanuit beide plekken is een uitgezette route van 8-9km, die goed te combineren zijn; een optie is om via de Meije een forse lus extra te maken, waarbij je zo’n dikke 20 km kan afleggen.

Guus Pijnenburg

Foto´s